Soms zit je als ouder met de handen in het haar: je kind huilt en is drammerig, maar je weet niet waardoor dit komt. “Zit hij soms in een sprongetje?”, krijg je te horen van een goede vriendin. Als je weet wat sprongetjes bij baby’s inhouden gaat er een wereld voor je open.
Wat zijn sprongetjes?
Bij sommige baby’s kun je er de klok op gelijk zetten: op de zogenaamde ‘sprongetjesweken’ zijn ze moe, huilerig en aanhankelijk. Sprongetjes zijn bepaalde momenten waarop je kind mentaal veel groeit en veranderingen doormaakt. Het is de mentale groeispurt van je baby. Door deze groei van de hersenen is je baby tijdens een sprongetjes extra moe en huilerig. Als je niet zou weten dat er sprongen in de mentale groei van kinderen bestaan, zou je niet weten waardoor je baby zich anders gedraagt dan normaal.
Tijdens sprongetjes gaat de ontwikkeling van je kind opeens heel snel. Je kind doet vaardigheden op, waardoor hij/zij de wereld opeens op een hele nieuwe manier kan ontdekken. En dat is zo ontzettend leuk! Je ziet je kind leren en genieten van de nieuwe ontdekkingen.
Heeft mijn kind een sprongetje?
Hoe weet je of je kind een in een sprongetje zit? Sprongetjes vinden rond bepaalde weken plaats. Is je kind moe en zit het rond de 5e, 8e, 12e, 19e, 26e, 37e, 46e of 55e week, dan heb je grote kans dat dit met een sprong te maken heeft.
8 mentale sprongen die elk kind doormaakt
Sprong: baby 5 weken
Rond de 5e week maakt je kind een sprong mee in de ontwikkeling van de zintuigen. Je zal zien dat je baby veel meer gericht is op de wereld om zich heen. Waar je baby je eerst pas kon zien als je op maximaal 30 centimeter afstand zat, ziet je baby nu opeens meer van zijn omgeving en zal hier ook meer op gaan reageren. Het contact met je baby lijkt hierdoor toe te nemen, want je baby kan je langer en intensiever aankijken. Je baby gaat alles om hem heen ontdekken en zal veel opmerkzamer zijn voor prikkels van buitenaf.
Ook de stofwisseling verandert. Je baby kan meer voedingsstoffen verdragen en zal daardoor minder buikkrampjes hebben dan voorheen. Iets minder leuk om te zien is dat je baby nu iets vaker dan eerst een traan zal produceren.
Je kunt je baby helpen de sprong te nemen door op te letten dat je kind niet té veel prikkels opvangt. Neem je kindje lekker in je armen als nieuwe indrukken te veel worden. En vooral: geniet van het moment door diep in de ogen van je baby te staren.
Sprong: baby 8 weken
De tweede spong volgt al snel op de eerst sprong: in de 8e week ontwikkelt je kind controle over zijn eigen lichaam en raakt hij de automatische reflexen kwijt. Voorheen zag je baby de wereld als een geheel, terwijl het nu doorkrijgt dat er een verschil is tussen hemzelf en de wereld om hem heen. Je baby zal bijvoorbeeld ontdekken dat hij zelf zijn handen kan bewegen. Dit zie je vaak terug doordat je baby verbaasd naar zijn eigen handen kan kijken terwijl hij ze ronddraait. De bewegingen die je baby maakt, zien er nog lang niet soepel uit, maar alle begin is moeilijk.
Ook ontdekt je baby zijn gezichtsspieren. Dat is leuk, want nu zal je baby meer gaan lachen en gekke gezichten trekken. Het brabbelen begint ook in deze fase. Zo probeert je baby jouw aandacht te trekken.
Om je baby te stimuleren in de ontwikkeling kan je de volgende dingen doen:
- Plaats je baby in verschillende omgevingen. Je baby kan verveeld raken als hij steeds hetzelfde uitzicht heeft.
- Leer je baby om speeltjes vast te houden met zijn handen.
- Communiceer met je baby door te reageren op geluidjes die hij maakt; zo help je je baby om het ritme van praten en luisteren uit te vinden.
Sprong: baby 12 weken
4 weken na de tweede sprong, bij de 12 weken, heeft je baby opnieuw een sprongetje. Deze keer leert je baby de vloeiende overgang van bewegingen, geluid, geuren en gevoel. Je baby zal minder houterig bewegen en meer vloeiende bewegingen gaan maken en ook merk je dat je baby met zijn stemgeluid gaat spelen. Doordat je baby’s zicht en gehoor verbetert, zal hij ook zijn hoofdje gaan draaien om ‘vloeiende’ bewegingen en geluiden te volgen.
Je baby gaat niet alleen vloeiender bewegen, maar ook nieuwe bewegingen ontdekken. Omrollen van de buik naar de rug of andersom is in deze fase een leuke ontdekking, maar het leren hiervan brengt nog wel frustratie met zich mee. Ook kan je kindje nu slikken. En dat betekent dat je kindje nu ook papjes aankan.
Je kunt je baby stimuleren in het leren van vloeiende overgangen:
- Speel vliegtuigje; door door de kamer te vliegen, duikvluchten te maken en weer omhoog te komen, ontdekt je baby vloeiende beelden en gevoel.
- Leer je baby om zich om te rollen.
- Houd speeltjes bij je baby’s gezicht, zodat hij hier naar reikt en speel ermee door zeheen en weer te bewegen.
- ‘Praat’ af en toe met je baby om het maken van verschillende geluiden te stimuleren.
- Zet een babymuziekje op.
Sprong: baby 19 weken
Tot nu toe kon je baby maar één vloeiende overgang volgen, maar met ongeveer 19 weken kan je kind meerdere overgangen na elkaar waarnemen en zal daarom ook reeksen van overgangen zelf gaan maken. Voorbeelden hiervan zijn het laten stuiteren van een bal, zwaaien met de handjes of spulletjes oppakken en weer weggooien. Je baby zal meer en meer gaan nadoen wat jij hem voordoet. Wat ook ontzettend leuk is, is dat je baby gaat reageren op zijn naam en dat maakt hem natuurlijk écht groot.
Help je baby in zijn ontwikkeling door:
- Kinderliedjes met gebaren te zingen; een goed voorbeeld is ‘klap eens in je handjes’.
- Speeltjes aan te geven, terug te vragen en opnieuw aan te geven.
- De naam van je kindje te noemen als je iets van hem wil.
- Te starten met het aanleren van babygebaren.
Sprong: baby 26 weken
Rond de 26 weken maakt je baby opnieuw een mentale sprong. Dit sprongetje staat in het teken van ‘relaties’: hoe verhoudt het één zich tot het ander. Begrippen als ‘ervoor’, ‘ernaast’ en ‘erboven’ worden opeens duidelijk en ook de verbanden tussen bepaalde gebeurtenissen zijn helder. Als je baby bijvoorbeeld op een knopje duwt, weet het dat er een geluidje gaat komen. Je kind ontdekt hiermee de vaste patronen en zal van streek raken als er iets onverwachts gebeurt, wat tegen deze patronen ingaat.
Veel ouders merken ook dat hun baby ineens gaat huilen als ze een paar stappen van de baby af doen. Je baby weet nu wat afstand inhoudt en wordt bang als jij wegloopt. Deze scheidingsangst is meestal een goed teken, want je baby hecht zich aan jou.
Zo kan je in de ontwikkeling van je kind helpen:
- Doe activiteiten met je kind met een vast ritme.
- Start een bedritueel.
- Speel kiekeboe met je kindje; zo leert je kind dat als hij je niet ziet, je toch niet helemaal weg bent.
Sprong: baby 37 weken
Rond de 37 weken begint je kind te ontdekken dat sommige dingen op elkaar lijken en andere niet. De wereld wordt nu ingedeeld in categorieën. Een koe en een varken zijn dieren, maar een stoel niet. Je kind vindt het leuk om samen met jou deze categorieën te gaan ontdekken. Je baby wil alles onderzoeken en begrijpt steeds meer wat er met gebaren en woorden bedoeld wordt. En wist je dat je baby zichzelf nu leert herkennen in de spiegel?
Met deze activiteiten ontdekt je baby de wereld:
- Benoem voorwerpen die je kind vaak ziet: tafel, stoel, hond, poes.
- Ga er met je kind op uit om nieuwe voorwerpen te zien, te voelen en te ontdekken, zodat de categorieën waarin je kind de wereld ziet, uitgebreid worden.
- Leer je kind het begrip van geven en nemen.
- Geef complimentjes als je kind iets goed doet, om te stimuleren dat hij dit opnieuw doet.
46 weken
Als je baby rond de 11 maanden is (46 weken) is het weer tijd voor een nieuwe mentale sprong. Je kind kan nu twee of drie onderdelen van een handeling achter elkaar doen zonder problemen. Maar grote of complexe handelingen overziet je kind nog niet. Je kind zelfstandig laten eten, eindigt daarom altijd in een grote smeerboel. Om complexere opeenvolgingen van handelingen aan te leren, kun je dit beter in stukjes breken.
Je baby beseft nu meer dan tijdens de andere sprongetjes dat hij zelf ‘veel’ kan. Je kind zal daarom ook veel zelf willen doen, maar gefrustreerd raken als dit niet lukt. Dit komt omdat je kind vaak meer denkt te kunnen dan het geval is. Deze sprong wordt wel de moeilijkste van alle sprongetjes genoemd. Je baby wil geen hulp en dus moet je geduldig wachten. Het kan geen kwaad om je baby zelf dingen te laten proberen, maar houdt wel rekening met de veiligheid en hygiëne van je baby. En let op, want dit is ook het moment waarop kinderen sneaky worden. Nu je baby na het vorige sprongetje weet wanneer jij buiten zicht bent, zal hij die momenten uitbuiten om stiekeme dingen te doen.
Zo help je jouw kind in zijn ontwikkeling:
- Geef je kind ruimte om dingen zelf te doen, maar neem de leiding waar nodig.
- Breek moeilijke handelingen op in kleine delen, zodat je kind overziet waar het mee bezig is (‘pak je lepel, schep het eten, doe het in je mond’ i.p.v. ‘eet het op’).
Sprong: baby 55 weken
Na ongeveer 55 weken is je kind echt geen baby meer: hij loopt, begint praatjes te maken en heeft een eigen persoonlijkheid. Een echte peuter dus! In het laatste sprongetje leert je kleintje om een reeks van handelingen als één geheel te zien. Een shirt aandoen, hoort nu overduidelijk bij het geheel ‘aankleden’. Een vork op tafel leggen hoort bij het geheel ‘tafeldekken’.
Je kind kan nu veel meer begrijpen dan zeggen. Verhaaltjes worden daarom interessanter. Ook in het speelgedrag zal je zien dat je kind ouder wordt: hij zal met meer willen spelen dan alleen zijn speelgoed. Door bijvoorbeeld een nepmobieltje te geven, leert je kind omgaan met voorwerpen, zonder dat het echte voorwerp kapot gaat.
Het is goed om je kind in dit stadium te leren dat het soms zichzelf moet vermaken als jij jouw werk moet doen. Begin met korte momenten en breidt dit geleidelijk uit.
Foto ‘huilende baby‘ en ‘huilende dreumes‘ via Shutterstock.