Ken je de strijd: wél of géen borstvoeding geven. Als je hebt besloten om door te gaan met flesvoeding kan je moeders niet uitstaan die domme opmerkingen maken over het geven van flesvoeding. Hier zijn de opmerkingen samengevat die je níet wil horen.
10 x wat je niet moet zeggen tegen moeders die flesvoeding geven
In Nederland is de strijd tussen moeders die borstvoeding geven en moeders die flesvoeding geven iets minder erg dan in Amerika, maar toch zullen veel van de onderstaande opmerkingen zeker bekend voorkomen.
Bekijk ook deze fotoserie: deze mama’s zijn klaar met al die oordelen!
1. Borstvoeding geven zorgt voor een betere band met je baby.
Wat is ‘beter’? En wat heeft dat te maken met het geven van flesvoeding? Ik kan net zo goed huid-op-huid contact hebben met mijn baby.
2. Ze zullen nooit zo gezond worden als wanneer je borstvoeding geeft.
Nooit?
3. Waarom geef je geen borstvoeding? Ach, het zal wel goed komen. Let goed op je baby!
Huh? Dreig je nou dat er iets gaat gebeuren met mijn baby?
4. Flesvoeding maakt je baby dik.
Er bestaan studies die zeggen dat je van bepaalde babyvoeding dikke baby’s krijgt. BEPAALDE babyvoedingen. Niet alle.
5. Weet je niet dat die chemische troep slecht is voor je baby?
Alles is goed onderzocht, voor ze het op de markt brengen. Ik wil heus niet dat mijn baby ziek wordt.
6. Oké. Ik heb mijn baby X maanden lang borstvoeding gegeven. Het ging allemaal goed.
Fijn dat het bij jou goed ging, maar dat wil niet zeggen dat het bij iedereen goed gaat.
7. Je hebt zulke grote borsten, je moet liters melk hebben.
Je weet niet eens of het wel of niet genoeg melk hebben het probleem was. En de grootte van je borsten heeft daar lang niet altijd mee te maken.
8. Je neemt gewoon de gemakkelijkste weg.
Wie zegt dat ik niet heb geprobeerd om borstvoeding te geven? Misschien had ik niet genoeg melk, of andere medische problemen. Of misschien ging ik weer werken en kon ik op mijn werk gewoon niet kolven. Hoe dan ook, jij weet niet welke weg ik ben gegaan.
9. Waarom probeer je het niet gewoon?
Jij weet niet of ik het wel of niet geprobeerd heb. En al heb ik het niet geprobeerd, dan is het mijn keuze.
10. Kinderen die borstvoeding kregen zijn slimmer dan kinderen die met de fles gevoed worden.
Misschien. En kinderen die eten krijgen zijn ook veel slimmer dan kinderen die niet te eten krijgen. Dus ik ben blij dat ik mijn kind aandacht, liefde en eten geef.
11. Houd je niet van je kind?
Het beste antwoord is: “Nee, ik houd niet van mijn kind. Ik geef mijn baby het liefst zo min mogelijk eten en aandacht.” Wat denk je zelf? Tuurlijk houd ik van mijn kind!!
12. Ik geef borstvoeding omdat ik het BESTE voor mijn baby wil.
En daarmee suggereer je dat ik niet het beste voor mijn baby wil?
13. Flesvoeding is voor egoïstische moeders.
Dank je wel. En wat ben jijzelf door zo’n opmerking te maken?
Voor je oordeelt
Voor je oordeelt over iemand: bedenk dat de moeder net als jij het beste wil voor haar kinderen. Ze houdt net als jij van haar baby. Je kent haar verhaal niet, je kent niet de redenen waarom ze bepaalde keuzes maakt. Accepteer elkaar, en geniet van wat je samen deelt.